Een servo-motor, of kortweg servo, gebruik je voor besturing. Dit in tegenstelling tot motoren die je gebruikt voor aandrijving. Enkele voorbeelden: besturing van een robot, speelgoedauto, modelvliegtuig, enz. De servo is dan verbonden aan het stuur of aan een roer. Meestal kan een servo draaien over een beperkte hoek, bijvoorbeeld 180 graden. Voor besturing is dat voldoende.
Vanuit de Arduino kunnen we de servo aansturen, zodat deze in een bepaalde stand komt. In deze opstelling voeren we de gewenste stand van de servo in met een potmeter. Voor het aansturen van de servo maken we gebruik van de Servo-library. Het uiteindelijke programma is daardoor erg eenvoudig. Ook het opbouwen van de hardware is eenvoudig:
de servo heeft 3 aansluitingen: (i) GND (bruin of zwart), (ii) voeding - bijv. 5V (rood); (iii) data (oranje, geel, of wit).
sluit GND en 5V aan op de voedingslijnen op het breadboard.